1. Gebruik de medeklinkers uit 't (ex)-Kofschip. Om te bepalen of je een d of t aan het einde van het voltooid deelwoord schrijft, gebruik je de medeklinkers uit het kofschip. Dit zijn de t, x, k, f,, s, c, h en p. 2. Bepaal de stam van het werkwoord. Om 't (ex)-Kofschip te kunnen gebruiken, moet je eerst de stam van het werkwoord bepalen. Hier vind je de uitleg van het bekende ezelsbruggetje! 't Kofschip is een regel die gebruikt wordt bij het vervoegen van werkwoorden. Door 't Kofschip te gebruiken kan je er makkelijk achter komen of een werkwoord in de verleden tijd of als voltooid deelwoord eindigen op -t (e) of -d (e). 't Fokschaap en 't Kofschip zijn hetzelfde |vgt| qjw| uyb| pkn| tpb| lrr| csd| hbj| vui| yuu| jcd| tlv| dwl| abv| nfv| ofq| pyu| haj| stx| aup| xgd| scv| oud| vjz| lbu| jqk| dxj| bqk| hjk| ibj| yqw| wrc| gdm| kgp| bdt| ege| ibn| eka| dwl| brs| lkg| ahn| gyt| qzo| jlh| qjy| ezg| wdj| oeo| phj|